Op 3 juli 2025 organiseerde de FAH haar jaarlijkse achterbanbijeenkomst voor de besturen van de aangesloten huurderskoepels. Het centrale thema van deze bijeenkomst was het huurbeleid. Tijdens de bijeenkomst werd stilgestaan bij de ontwikkeling van dit beleid in het verleden, de huidige situatie en de verwachtingen voor de toekomst. In dit nieuwsbericht delen we de belangrijkste inzichten uit de gesprekken die die avond zijn gevoerd.
Een goed huurbeleid kan rekenen op draagvlak onder huurders, is voorspelbaar voor huurders en verhuurders, voorkomt grote huursprongen en is makkelijk te controleren. Dus: hoe komen we daar?
1. Meer rust en duidelijkheid voor huurders
Tijdens de bijeenkomst werd duidelijk dat huurders vooral behoefte hebben aan rust en duidelijkheid. Het huurbeleid verandert nu te vaak en is sterk afhankelijk van de politiek van dat moment. Dat zorgt voor onzekerheid bij huurders en woningcorporaties. Een voorbeeld is de discussie over de huurbevriezing: eerst leek die er te komen, toen weer niet. Veel huurders vragen zich af waar ze aan toe zijn. Een stabiel huurbeleid, met langlopende afspraken, is daarom volgens de aanwezigen hard nodig.
2. Verandering van de rol van de overheid
Ook de rol van de overheid moet volgens velen veranderen. De indruk bestaat dat het in het huurbeleid steeds meer draait om geld binnenhalen, in plaats van om het zorgen voor betaalbare woningen. Corporaties moeten steeds meer doen – zoals bouwen, verduurzamen en woningen onderhouden – maar krijgen daar steeds minder ruimte en middelen voor. Tegelijkertijd betalen ze veel belasting en heffingen, terwijl de overheid zich te makkelijk aan haar eigen verantwoordelijkheden lijkt te onttrekken. De afspraken die vanuit Den Haag aan corporaties zijn opgelegd, zoals in de Nationale Prestatieafspraken, worden als onrealistisch ervaren. De lasten worden doorgeschoven, maar de steun blijft achter.
3. Versimpeling van het systeem
Een ander probleem is dat het hele systeem rond huren, regels en toeslagen enorm ingewikkeld is geworden. Er zijn zó veel regels, en die veranderen zo vaak, dat zelfs professionals het moeilijk vinden om alles bij te houden. Voor huurders is het bijna niet meer te volgen. Dat zorgt voor onduidelijkheid en onrecht. Zo durven sommige mensen niet te gaan samenwonen uit angst hun woning kwijt te raken. En kinderen kunnen soms niet terug naar huis als ze dakloos dreigen te worden, omdat dat gevolgen heeft voor de toeslag. Het hele systeem zit daardoor vol onverwachte gevolgen. Bovendien blijkt keer op keer dat huurders er financieel vaak slechter voor staan dan huiseigenaren. Ze geven gemiddeld een veel groter deel van hun inkomen uit aan wonen en kunnen minder makkelijk sparen. Dat vergroot de ongelijkheid, ook tussen de volgende generaties.
Er is volgens de achterban dringend behoefte aan een eerlijker en eenvoudiger huurbeleid. Huren zouden minder afhankelijk moeten zijn van marktprijzen of van de waarde van de woning volgens de WOZ. Ook de koppeling aan het inkomen of de inflatie zorgt voor onvoorspelbaarheid. In plaats daarvan zou een vaste, gematigde jaarlijkse stijging veel meer zekerheid geven aan huurders.
4. Kritischer kijken naar de rol van de woningcorporaties
De aanwezige huurderskoepels vinden ook dat woningcorporaties kritischer moeten kijken naar hun eigen rol. Ze zien dat corporaties huurverhogingen soms bagatelliseren, met het idee dat de huurtoeslag het wel opvangt. Maar in werkelijkheid geldt die toeslag lang niet voor iedereen. En soms lijken corporaties hun huren juist af te stemmen op het maximale bedrag waarover toeslag wordt gegeven. Daardoor stijgen de huren tot het plafond, terwijl het toeslagensysteem daar eigenlijk niet voor bedoeld is. Ook is er kritiek op het zogeheten ‘duurzaam prestatiemodel’, waarbij de nadruk steeds meer ligt op het binnenhalen van huurinkomsten in plaats van op de maatschappelijke waarde van de woningvoorraad.
5. Eerlijkere verdeling van overheidssteun
Op dit moment gaat er veel meer geld naar huiseigenaren (via hypotheekrenteaftrek) dan naar huurders (via huurtoeslag). Dat verschil moet kleiner worden, zodat ook huurders meer kansen krijgen en de ongelijkheid niet verder toeneemt.
6. Lange termijn: grote hervorming
Voor de lange termijn pleiten de huurdersorganisaties voor een grote hervorming. Wonen moet weer worden gezien als een recht, en de overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen om dat mogelijk te maken. Dat betekent: investeren in nieuwbouw van sociale huurwoningen, bijvoorbeeld via gemeentelijke woningbedrijven, en financiële steun bieden waar nodig. Concrete voorstellen zijn er al: herinvoering van subsidies voor nieuwbouw, gratis grond uitgeven voor sociale woningen, en het schrappen van belastingen die nu op woningcorporaties drukken.
Wil je meer lezen over deze bijeenkomst? Binnenkort plaatsen we op deze pagina een brochure met een uitgebreide samenvatting.